De seksistische cultuur van studentencorpora heeft blijvende invloed op de leden. Daarom moet de samenleving er hard tegen optreden, schrijven Laura Kits en Rosanne Boermans.
Alweer een incident bij studentencorps Vindicat in Groningen, schreef NRC woensdag. Een aspirant-lid werd tijdens de introductie het ziekenhuis in geslagen; het tweede incident binnen een week. Eerder kwam via stadsblog Sikkom een gekuiste lijst van „hete herten” in de publiciteit, waarop vrouwelijke eerstejaars van Vindicat met sterren worden gerecenseerd. De ‘Oprechte Almanak 2016’, een corporale versie van de bangalijst, wordt ingeleid met „moge de gore wijven met hun kut over een kanon worden getrokken!” Geconfronteerd met de lijst, barstte een meisje in tranen uit tegenover het weblog.
Onder druk van publieke verontwaardiging schorste het Vindicat-bestuur een aantal leden vanwege de bangalijst. Het punt dat iedereen lijkt te missen is echter niet dat de lijst online is gezet, maar het feit dat mannelijke leden het blijkbaar normaal vinden elkaar aan te moedigen studentes seksueel te kijk te zetten. Dit soort vernederingen is wijdverbreid in corpora. Dat is niet onschuldig, want veel leden nemen die cultuur mee naar bedrijfsleven en politiek en zullen daar niet zelden hoge posities innemen. En dat terwijl de samenleving van het seksisme af probeert te komen.
Wij zijn lid geweest van corporale verenigingen (niet Vindicat, overigens) en zien de bangalijst niet als een incident, maar als symptoom van de heersende cultuur. Uit eigen kring weten we dat deze lijst al sinds lange tijd bestaat. Het was eerst een boekje dat rondging na de ontgroeningsperiode, vertelt een oud-lid. Online of offline, de lijst zegt veel over hoe mannen de vrouwen aldaar zien en behandelen. Van de bewering van Stijn Derksen, rector van Vindicat, dat dit „niet de manier is waarop wij op de vereniging over vrouwen denken”, klopt dus duidelijk niets.
Nu de vuile was buiten hangt, ziet het bestuur zich opeens genoodzaakt een politiek correcte houding aan te meten. Maar Derksens taalgebruik verraadt onbedoeld de werkelijke cultuur. „Ze leken niet emotioneel, maar ik kan niet in de koppies van de meisjes kijken”, zei hij. Zijn onvermogen om de studentes op de juiste, serieuze en respectvolle manier te adresseren (geen ‘meisjes’ maar ‘vrouwen’; geen ‘koppies’ maar ‘hoofden’) is exemplarisch voor het seksisme op zijn vereniging. Dat de studentes niet emotioneel waren is bovendien nonsens, zoals uit de verslaggeving van het stadsblog blijkt. En inderdaad, wie vindt het leuk om plotseling met een bikinifoto, naam en telefoonnummer op een online-afvinklijst te staan?
Veelal gaat het om studentes die net aan hun studie zijn begonnen. Achttien jaar, onzeker over het uiterlijk. Geaccepteerd worden door de groep is dan vaak belangrijker dan opkomen voor idealen waarvan je misschien nog niet eens weet dat je ze hebt. Pas geïnaugureerde eerstejaars zullen niet snel sociale verguizing riskeren door naar de politie te stappen vanwege een ‘incident’ dat op de vereniging gebagatelliseerd wordt. Zo is ook de jongen die tijdens de Vindicat-ontgroening dusdanig hard werd geslagen dat hij hersenletsel opliep, nog steeds lid. Hij wil niet met media praten. Dat geeft wel aan hoe groot de aantrekkingskracht, ondanks wangedrag, van zo’n vereniging is.
In Nederland hebben we de mond vol van hoe vrouwen worden behandeld door niet-westerse allochtonen. Ondertussen zijn we geneigd de cultuur bij corpora, sinds deze zomer officieel ‘Nederlands erfgoed’, als studentikoos af te doen. Voor mannen geldt daar: ‘Je bent koning als je met de mooiste meisjes de lakens deelt. Hoe meer, hoe beter. Een vrouw hoeft pas met respect te worden behandeld als ze je vriendinnetje is – over andere vrouwen, en vrouwelijke leden als groep, mag je respectloos praten.’
Corpora zijn tot op zekere hoogte sektes. De cultuur daar heeft een blijvende invloed op de nog nauwelijks volwassen leden. Leer je mensen (mannen én vrouwen) dat vrouwen een object zijn, jaar in jaar uit, dan kun je niet verbaasd zijn als ze deze houding ook hebben na hun afstuderen. Niet voor niets krijgt 1 op de 3 vrouwen te maken met seksuele intimidatie op het werk (Huffington Post), wordt 1 op de 8 vrouwen tijdens haar leven verkracht (NRC), en is 1 op de 3 vrouwen minstens eenmaal aangerand (Volksgezondheid).
Schokkende cijfers. Willen we het tij keren, dan moeten we hard optreden tegen seksistische organisatieculturen en ‘incidenten’. Vindicat heeft de dertien jochies achter deze ‘almanak’ geschorst, maar royering en aangifte zijn meer op zijn plaats. Laat Vindicat het bij een schorsing zitten, dan moet de Rijksuniversiteit Groningen zich beraden over de beurzen die ze verstrekt aan deze studenten. De onderwijsinstelling dient zicht te distantiëren van een vereniging die zo respectloos met vrouwen omgaat. Derksen moet zijn positie afstaan aan een voorzitter die zich hard maakt voor een inclusieve vereniging, waar vrouwen niet slechts als ‘onmisbaar onderdeel’ fungeren, maar een volwaardige helft van de vereniging zijn. Het tijdelijk schorsen van de dertien ‘heren’ voorkomt heus niet dat er volgend jaar weer een bangalijst – pardon: ‘Oprechte Almanak 2017’ – rondgaat.